06/03/2015

Over Ons

Het Neurochirurgisch Centrum Amsterdam biedt zeer specialistische zorg waarvoor geen doorverwijzing meer mogelijk is (‘last resort’). De speerpunten op het gebied van deze zgn topreferente zorg zijn in het AMC:

Deep Brain Stimulation (DBS)
Vasculaire neurochirurgie
Endoscopische schedelbasischirurgie, incl. hypofysetumoren
Kinderhersentumoren

en in VUmc:
Hersentumoren, incl. hersenstam- en ruggenmergtumoren

Epilepsiechirurgie
Obstetrisch Plexus Brachialis Letsel (OPBL)

Hieronder vind u een korte beschrijving van elk van deze speerpunten.

Deep Brain Stimulation
DBS is een behandelings, waarbij diep in de hersenen elektroden worden geplaatst die zijn aangesloten op een inwendige stimulator, een soort pacemaker. Door middel van deze elektrische stimulatie kunnen in precies gelokaliseerde gebieden van de hersenen symptomen van verschillende ziektebeelden worden onderdrukt. DBS wordt toegepast bij mensen met bewegingsstoornissen, zoals de ziekte van Parkinson. Het gaat om mensen in een verder gevorderd stadium van de ziekte, bij wie de behandeling met medicijnen niet meer toereikend is.
Symptomen die kunnen worden onderdrukt zijn beven (tremor), spierstijfheid (rigiditeit), vertraagde beweging van armen en benen (hypokinesie), overmatige bewegingen veroorzaakt door medicijnen (dyskinesieën) en onwillekeurig aanspannen van spieren waardoor verkrampte houdingen ontstaan (dystonie).
DBS wordt sinds kort ook toegepast bij een aantal psychiatrische ziektebeelden, te weten obsessief-compulsieve stoornis en depressie. Het gaat hierbij om een kleine groep mensen met een zeer ernstige vorm van de ziekte bij wie geen enkele andere behandeling een verbetering heeft kunnen geven.
Per jaar worden ongeveer 100 patiënten behandeld, waarvan 45 in het AMC te Amsterdam. De behandelende centra vormen samen een landelijke werkgroep die twee keer per jaar bij elkaar komt.

Vasculaire neurochirurgie
Het Neurovasculair Interventie Centrum Amsterdam (NICA) richt zich op de diagnostiek en behandeling van vasculaire aandoeningen (vaatafwijkingen) die in het centrale zenuwstelsel kunnen voorkomen.

nicalogo
Deze aandoeningen kunnen zich openbaren met hersenbloedingen en herseninfarcten en wij onderzoeken en behandelen ze in de acute- en de niet acute fase. Meestal gaat het om een zogenaamd aneurysma (scheur in het bloedvat), maar ook andere vaatafwijkingen in het zenuwstelsel zoals arterioveneuze misvormingen (AVM) kunnen voorkomen. Als duidelijk is welk type vaatafwijking de klachten veroorzaakt overleggen de verschillende specialisten welke behandeling voor de patiënt optimaal is en wanneer deze moet plaatsvinden. Bij de aneurysma behandeling zijn de neuroloog, interventieradioloog, neurochirurg, anesthesioloog en intensivist betrokken.
Zij kunnen besluiten tot een acute coiling procedure, een operatie of een niet acute behandeling. In het NCA is de mogelijkheid tot onderzoek, zowel als behandeling, 7 dagen per week 24 uur per dag beschikbaar.

In de niet-acute fase worden reconstructies van vaatafwijkingen in de hersenen verricht. Ook hier bespreekt een team van specialisten hoe de AVM het best behandeld kan worden. In het NCA zijn alle behandelingsmogelijkheden beschikbaar, te weten:

• een embolisatie of
• een operatie
• radiochirurgisch behandeling (hierbij wordt een eenmalige hoge dosisbestraling gegeven op de vaatafwijking in de hersenen). Ook kan een combinatie van de verschillende behandelingen toegepast worden.
Wekelijks overlegt het team van betrokken specialisten over de optimale behandeling.

Hypofysetumoren
De hypofyse is een klein orgaan, dat onder aan de hersenen ligt in een holte (het Turkse zadel) in de schedelbasis in de middenlijn, achter de oogkassen. Precies boven deze holte ligt de kruising van beide oogzenuwen. De hypofyse heeft een belangrijke functie als hormoonproducerende klier. Wanneer er in de hypofyse een gezwel of tumor ontstaat is deze bijna altijd goedaardig. De verschijnselen kunnen zijn: slecht zien, met uitval van een deel van het gezichtveld, tekort aan hormonen of te veel aan hormonen. Deze tumoren kunnen worden behandeld met medicijnen, een operatie of een vorm van bestraling.

Het NCA heeft een team, dat gespecialiseerd is in de behandeling van dit type tumoren. In dit team zitten endocrinologen die gespecialiseerd zijn in de medicamenteuze behandeling. De operatieve behandeling wordt meestal endoscopisch door de neus uitgevoerd. Hiervoor hebben wij een gespecialiseerd team van KNO-artsen en neurochirurgen. In het NCA, als één van de weinige centra in Nederland, kunnen ook bepaalde andere schedelbasistumoren door dit zelfde team endoscopisch verwijderd worden.
In speciale gevallen besluit het NCA-team tot een radiochirurgische – of radiotherapeutische behandeling. Hierbij wordt een eenmalige hoge dosis bestraling gegeven op de tumor of de bestraling wordt in fracties gegeven. Ook een combinatie van de verschillende behandelingen is mogelijk. Eénmaal per maand overlegt het team van betrokken specialisten over de optimale behandeling en iedere week is er een gezamenlijk spreekuur van het team.

Kinderhersentumoren
Kinderhersentumoren zijn zeer zeldzaam. De behandeling hiervan vindt plaats in slechts 5 centra in Nederland:  UMC Groningen, Radboudumc, UMC Utrecht, Erasmus MC-Sophia, en het NCA. In de meeste gevallen is uw kind door uw huisarts of een kinderarts doorgestuurd naar de afdeling kinderneurologie/-neurochirurgie van het NCA. Na het verrichten van aanvullende diagnostiek wordt een voorlopige diagnose gesteld, waarbij het hele behandelteam ingeschakeld wordt. De behandeling gebeurt binnen een multidisciplinair team: de kinderneuroloog, de kinderneurochirurg,de kinderoncoloog, de kinderradiotherapeut en de kinderarts. Verder maken deel uit van het team: de neuroradioloog (verricht diverse scans), de neuropatholoog (onderzoekt het tumorweefsel), de fysiotherapeut, de maatschappelijk werker, de logopedist, de ergotherapeut, de orthopedagoog en andere deskundigen waar nodig. Wekelijks overlegt een team van betrokken specialisten over de optimale behandeling.

Hersentumoren bij volwassenen

Logo Hersentumorcentrum
Een belangrijk speerpunt en expertisegebied van het NCA is de behandeling van patiënten met een hersentumor. Vier groepen patiënten kunnen hierin onderscheiden worden:
• tumoren die uitgaan van de hersenen (meestal z.g. gliomen)
• tumoren in de hersenen door uitzaaiing van een tumor elders in het lichaam (hersenmetastasen)
• tumoren aan de schedelbasis die uitgaan van het harde hersenvlies en zenuwen (meningeomen of schwannomen) of tumoren, die onstaan als gevolg van doorgroei vanuit het neus, keel en bijholtes (schedelbasistumoren)
• hersenstamtumoren

Deze groepen van patiënten worden door verschillende samenwerkende specialismen, oftewel multidisciplinair, behandeld. Wekelijks zijn er verschillende patiëntenbesprekingen voor de hierboven genoemde groepen. De verschillende specialismen zijn aanwezig om een behandelplan op te stellen en het verloop van de behandeling te vervolgen. De volgende specialismen zijn betrokken bij de behandeling: Neurologie, Neurochirurgie, Radiologie, Medische oncologie, Radiotherapie, Pathologie, daarnaast zijn in de werkgroep schedelbasistumoren tevens betrokken: KNO, Kaakchirurgie, Oogheelkunde. In dit kader worden er ook gezamenlijke spreekuren gehouden. Door de specifieke expertise en ervaring met nieuwe en bijzondere technieken, vinden veel verwijzingen van patiënten uit het hele land plaats.

Gliomen
Gliomen kunnen in principe in elk neurochirurgisch hoofdcentrum geopereerd worden. Er zijn patiënten, waarbij de tumor in of dichtbij hersengebieden met zeer kritische functies zoals taal, geheugen en motoriek van arm en been gelegen zijn. Vaak ziet men dan af van operatieve behandeling. In het NCA zijn technieken beschikbaar waarmee hersentumoren die elders als inoperabel beschouwd worden, vaak voor een groot deel verwijderd worden. Deze technieken zijn deels overgenomen uit de hersenchirurgie in het kader van de behandeling van epilepsie (ook belangrijk expertisegebied van het NCA, locatie VUmc ie hierboven), waarmee reeds veel ervaring is opgedaan. Na operatie volgen vaak gecombineerde bestraling en chemotherapie.

Hersenmetastasen
De behandeling van hersenmetastasen bestaat vaak uit radiotherapie soms gecombineerd met chirurgie. Een speciale en effectieve manier van behandelen van hersenmetastasen is stereotactische radiochirurgie. Dit is een zeer precieze methode van bestralen, die meestal in dagbehandeling plaats vindt. Omdat deze techniek lang niet overal beschikbaar is, worden patiënten hiervoor landelijk naar het NCA doorverwezen. In het NCA is deze methode in Nederland voor het eerst beschikbaar gekomen en sindsdien tot de meest geavanceerde en patiëntvriendelijke techniek op dit gebied ontwikkeld.

Schedelbasistumoren
Het vestibulair schwannoom (ook wel acousticus neurinoom genoemd) is een relatief veel voorkomende schedelbasistumor die in veel gevallen met stereotactische radiochirurgie behandeld kan worden waardoor open chirurgie meestal overbodig wordt. Ook hier zien we een landelijk verwijspatroon vanwege de beperkte beschikbaarheid van stereotactische radiochirurgie elders in het land. Het meningeoom, een goedaardig gezwel van de hersenvliezen, kan ook bij de schedelbasis voorkomen. Ook voor deze tumoren geldt dat een landelijke verwijzing naar het NCA optreedt door de beschikbaarheid van de chirurgische disciplines zowel als de mogelijkheid tot radiochirurgie. Een aparte groep vormen de tumoren in het gebied van de keel, neus een oorheelkunde (KNO), waarbij de tumoren van uit het KNO gebied doorgroeien in de schedelbasis en zich binnen de schedel kunnen uitbreiden. Naast bestraling en chemotherapie is ook regelmatig chirurgie geïndiceerd waarbij in een gecombineerde operatie door de hoofd/hals chirurg (KNO arts) en de neurochirurg de tumor wordt verwijderd. Hoofd/hals tumoren zijn een speerpunt van de afdeling KNO in het VUmc waardoor deze gecompliceerde patiëntencategorie zich vaak hier presenteert.

Hersenstamtumoren
Meestal worden hersenstamtumoren als inoperabel beschouwd. Moderne beeldvormende technieken (MRI, fMRI, DTI, PET) en speciale bewakingstechnieken tijdens een operatie hebben bewezen dat in meer dan de helft van de gevallen een operatie wel mogelijk en zinvol is. Vaak blijken deze tumoren dan minder kwaadaardig dan op de foto gedacht, speciaal bij kinderen. Soms groeit zo’n tumor door in het ruggenmerg en ook daar is chirurgische verwijdering tegenwoordig vaak goed mogelijk. Als nabehandeling noodzakelijk is beschikt het NCA over alle noodzakelijke disciplines en expertise zoals oncologie, revalidatiegeneeskunde, pijnpolikliniek, klinische psychologie e.v.a.

Complexe ruggenmergchirurgie
Tumoren die in het ruggenmerg ontstaan zijn zeldzaam. In principe kunnen de meest voorkomende hersentumoren ook in of nabij het ruggenmerg ontstaan: meningiomen, astrocytomen, neurofibromen en schwannomen. Uitzaaiingen van tumoren elders in het lichaam naar delen rond het ruggenmerg komen vaker voor. Het gaat daarbij om metastasen in de wervels of in het ruggenmergkanaal.
Daarnaast is er nog een categorie van zeer zeldzame aandoeningen van en rond het ruggenmerg die chirurgisch behandeld kan worden. Door functievermindering van het ruggenmerg kunnen pijn, vermindering van het gevoel en verlammingen onder het niveau van de afwijking ontstaan. Daarnaast kunnen blaasfunctiestoornissen en problemen met de ontlasting ontstaan door verminderde controle over de sluitspieren. Met behulp van moderne beeldvormende technieken (MRI, fMRI, DTI, PET) en speciale bewakingstechnieken tijdens een operatie kunnen tumoren en andere afwijkingen vaak goed behandeld worden.
Tumoren die ook in de wervelkolom zitten worden in samenwerking met de orthopedie geopereerd waarbij operaties aan het ruggenmerg gecombineerd worden met stabilisaties van de wervelkolom. Voor stabilisatie procedures van de wervelkolom heeft de orthopedie een landelijk verwijzingspatroon, voor operaties aan het ruggenmerg heeft het NCA een landelijk verwijzingspatroon. Als nabehandeling noodzakelijk is beschikt het NCA over alle noodzakelijke disciplines en expertise zoals oncologie, revalidatiegeneeskunde, pijnpolikliniek, radiotherapie en klinische psychologie.

Epilepsiechirurgie
Epilepsiepatiënten die geen of onvoldoende baat hebben bij deskundig voorgeschreven anti-epileptica kunnen soms in aanmerking komen voor epilepsiechirurgie. Het NCA, locatie VUmc, participeert als een van de drie epilepsiechirurgiecentra in de Landelijke Werkgroep Epilepsiechirurgie (LWEC). Het VUmc richt zich binnen de epilepsiechirurgie ook op patiënten met een (vaak relatief goedaardige) hersentumor met daarmee geassocieerde ernstige epilepsie. Om dit veilig en effectief te kunnen behandelen is het VUmc uitgerust met uitgebreide en zeer geavanceerde mogelijkheden voor beeldvorming, zowel voor het in kaart brengen van bepaalde hersenfuncties en de verbindingen daartussen, als voor de hersengebieden waar de epilepsie ontstaat (zoals functionele MRI, DTI, Magneet EncefaloGrafie (MEG) en PET-CT-scan). Bij bepaalde patiënten implanteren we tijdelijk zg. diepte-elektroden om hersenfuncties en epilepsiegebieden in kaart te brengen. In dat geval worden patiënten tijdelijk zeer intensief geobserveerd op onze Epilepsie-Monitoring-Unit (EMU).
Met name als de taalgebieden van de hersenen betrokken zijn bij de epilepsiechirurgische ingreep wordt de patiënt tijdens de operatie af en toe (tijdelijk) wakker gemaakt.
Het NCA heeft een landelijke functie in het kader van de epilepsiechirurgie; het focus op hersentumoren en epilepsiechirurgische technieken heeft het mogelijk gemaakt dat het NCA zich in Nederland een speciale plaats heeft verworven in de chirurgische behandeling van grote en diepgelegen tumoren in de slaapkwab, ook aan de taaldominante zijde. Hiervoor vinden verwijzingen uit het gehele land plaats. Tevens is VUmc het enige landelijke centrum voor epilepsiechirurgie, waar een selecte groep epilepsiepatiënten radiochirurgisch behandeld kan worden. Hierbij krijgt de patiënt een eenmalige hoge dosis bestraling op het epilepsie veroorzakende hersengebied.

Voor alle informatie rondom epilepsiechirurgie verwijzen wij u naar de pagina van het VUmc www.vumc.nl/epilepsiechirurgie

Obstetrisch plexus brachialis letsel (OPBL)
OPBL is een geboortetrauma, te omschrijven als een rekletsel met ernstige beschadiging van een zenuwvlechtwerk in de hals met verlammingen in spieren van de arm tot gevolg. Zenuwen scheuren door, of worden uit het ruggenmerg losgetrokken, bij de geboorte. Behalve verlammingen kunnen tijdens de verdere ontwikkeling bot -, gewrichts – , gewrichtskapsel-afwijkingen en spierverkortingen ontstaan.

Baby’s worden vaak snel na de geboorte gezien en dan gevolgd tot hun 18e verjaardag. Tussen de leeftijd van 4 en 6 maanden bekijken we of een operatie moet plaatsvinden om de beschadigde zenuwen weer met elkaar te verbinden. Dit wordt primaire neurochirurgische plexusreconstructie genoemd. Dit is nodig bij 25 à 30 van de 70 kinderen. Op 4-jarige leeftijd beoordelen we, mede aan de hand van biomechanische 3D bewegingsanalyse, of de functie van een arm verbeterd kan worden door operaties aan spieren of botten. Dit wordt secundaire chirurgie (orthopedische-/ plastisch chirurgische) genoemd en is nodig bij 20 à 25 kinderen. Gedurende de schoolleeftijd blijven zij onder behandeling van het multidisciplinaire plexusteam van VUmc dat sinds 1994 meer dan 600 patiëntjes heeft geopereerd. In het team participeren specialisten van de revalidatiegeneeskunde kinderorthopedie, plastische chirurgie, klinische neurofysiologie, neuroradiologie, fysiotherapie, ergotherapie en bewegingswetenschappen, op consultatieve basis tevens van de kinderneurologie, kindergeneeskunde, neuropathologie en epidemiologie/statistiek. Belangrijke andere participanten zijn gipsmeesters, orthopedisch instrumentmaker en gespecialiseerde verpleegkundigen.

Enkele, in het VUmc ontwikkelde, onderzoeksprotocollen (3D CISS MRI-scan, functionele 3D bewegingsanalyse) en operatietechnieken (Nervus Accessorius naar N. Suprascapularis transfer en schouderrelease) worden tegenwoordig daadwerkelijk in de zorg toegepast.

Het OPBL-team van VUmc ziet ongeveer 70 nieuwe patiënten per jaar. Dit is ongeveer 1/3 van het totale aantal OPBL-patiënten in Nederland.